Om te beginnen…


Wat moet u weten voordat
u LUCAS gaat gebruiken?

KAART OMDRAAIEN

Alle gebruikers moeten de volledige gebruiksaanwijzing lezen voor volledige informatie over gebruik, indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en eventuele problemen, voordat zij het LUCAS-thoraxcompressiesysteem mogen bedienen.

“Volg altijd de plaatselijke en/of internationale richtlijnen voor cardiopulmonaire resuscitatie (CPR) bij het gebruik van het LUCAS-thoraxcompressiesysteem.”

LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 1





Wie mogen LUCAS gebruiken?

KAART OMDRAAIEN

“Jolife AB adviseert om het LUCASthoraxcompressiesysteem uitsluitend te laten gebruiken door personen die beschikken over medische basisvaardigheden, bijvoorbeeld: eerstehulpverleners, ambulancepersoneel, verpleegkundigen, artsen of overige beoefenaars van een medisch beroep die:

  • een CPR-cursus hebben gevolgd in overeenstemming met de richtlijnen voor reanimatie, bijvoorbeeld die van de American Heart Association, de Europese Reanimatieraad of gelijkwaardig,
  • EN een training hebben gevolgd voor het gebruik van LUCAS.”

LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 3.2



Wie kan er worden
behandeld met LUCAS?

KAART OMDRAAIEN

“Het LUCAS-thoraxcompressiesysteem is bedoeld voor het uitvoeren van uitwendige borstcompressie bij volwassen patiënten met acute circulatiestilstand, gedefinieerd als de afwezigheid van spontane ademhaling en polsslag evenals het verlies van bewustzijn.

LUCAS mag uitsluitend worden gebruikt indien de patiënt waarschijnlijk baat zal hebben bij borstcompressie.”


LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 2.2










Wat zijn de contra-indicaties?

KAART OMDRAAIEN

“Gebruik het LUCAS-thoraxcompressiesysteem NIET in de volgende gevallen:

  • Als het niet mogelijk is om LUCAS veilig of correct op de borstkas van de patiënt te plaatsen.
  • Te kleine patiënt: als LUCAS bij het omlaag bewegen van de zuignap een alarm geeft in de vorm van 3 snelle signalen en het niet mogelijk is de modus PAUZE of ACTIEF in te schakelen.
  • Te grote patiënt: als u het bovendeel van LUCAS niet kunt vastzetten aan de onderplaat zonder de borstkas van de patiënt samen te drukken.

Volg altijd de plaatselijke en/of internationale richtlijnen voor CPR bij het gebruik van het LUCAS-thoraxcompressiesysteem.”


LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 2.3

Handmatige CPR en LUCAS

Aankomst bij de patiënt

  • Begin onmiddellijk met handmatige borstcompressie.

  • De meerderheid overleeft dankzij een snelle defibrillatie. Denk eraan om het ECG-ritme in een vroeg stadium en tussen elke CPR-cyclus door te analyseren en dien een schok toe als dit wordt aangegeven.

  • Er is een verband tussen een ononderbroken, hoogwaardige CPR en een goede afloop voor de patiënt. Werk in teams om het aantal onderbrekingen van een handmatige CPR vóór en tijdens de aanleg van LUCAS tot een minimum te beperken.

Wist u dat:

Goed getrainde teams hebben laten zien dat het mogelijk is over te schakelen op LUCAS met een onderbreking van de handmatige CPR van 7 seconden bij klinische toepassing. 1


Wat zegt de gebruiksaanwijzing
over handmatige CPR?

KAART OMDRAAIEN

“Wanneer u een hartstilstand hebt vastgesteld, begint u onmiddellijk met handmatige cardiopulmonaire resuscitatie (CPR). Onderbreek de handmatige borstcompressie zo min mogelijk tijdens het voorbereiden en aanleggen van het LUCAS-thoraxcompressiesysteem.”

LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 5.1








LUCAS-gebruikersinterface

AANPASSEN

KAART OMDRAAIEN

In deze modus kunt u de positie van de zuignap aanpassen. Wanneer u op deze toets drukt, kunt u de zuignap handmatig omhoog of omlaag bewegen. Als u de startpositie van de zuignap wilt aanpassen, duwt u deze met twee vingers omlaag tot op de borstkas van de patiënt.



PAUZE

KAART OMDRAAIEN

Wanneer u op deze toets drukt, stopt het compressiemechanisme tijdelijk en wordt het vergrendeld in de startpositie. Gebruik deze functie wanneer u het apparaat tijdelijk wilt stoppen, maar de startpositie van de zuignap wilt behouden.



ACTIEF (30:2)

KAART OMDRAAIEN

Wanneer u op deze toets drukt, voert LUCAS 30 borstcompressies uit en stopt dan gedurende 3 seconden. Tijdens deze onderbreking kan de bediener de patiënt twee keer beademen. Na de onderbreking start de cyclus opnieuw. De gebruiker wordt van tevoren op elke onderbreking voor beademing gewezen door middel van een knipperende led en een geluidssignaal.

ACTIEF (continu)

KAART OMDRAAIEN


Wanneer u op deze toets drukt, voert LUCAS continu borstcompressies uit. De groene led knippert 10 keer per minuut om aan te geven wanneer er moet worden beademd terwijl de compressies doorgaan.





Tips voor het aanleggen van LUCAS

De onderplaat plaatsen


Streef ernaar de onderplaat midden achter het hart te plaatsen. U moet de onderplaat optrekken tot de oksels van de patiënt. De zwarte stangen van de onderplaat moeten uitlijnen aan weerszijden van de hartstreek en de centrale plek voor de borstcompressie waar de handen van de hulpverlener voor de handmatige CPR zich bevinden.
  • Strek de armen van de patiënt horizontaal (d.w.z. in de kruisbeeldstand).
  • Schuif bij lijvige patiënten de armen omhoog in de richting van het hoofd, zodat het vetweefsel niet in de weg zit.

  • Til het bovenlichaam van de patiënt iets op of rol de patiënt van de ene op de andere zij wanneer u de onderplaat plaatst.
  • Voer het aanleggen gecoördineerd uit om onderbreking van de handmatige borstcompressie tot een minimum te beperken.


Plaats de onderplaat in één keer goed.

Hiermee faciliteert u een juiste positie van de zuignap.

U kunt de rol- of tilmethode toepassen wanneer u de onderplaat plaatst.

Het bovendeel bevestigen


Trek eenmaal aan de ontgrendelringen om ervoor te zorgen dat de klauwvergrendelingen open zijn.

  • Haal vervolgens uw vingers uit de ontgrendelringen, zodat de klauwvergrendelingen zich kunnen vergrendelen aan de onderplaat.
  • Haal kleding of lakens weg van de stangen van de onderplaat.

  • De klauwvergrendelingen vergrendelen zich met een "klik" aan de onderplaat. Trek er eenmaal aan om te controleren of de delen zijn bevestigd.
  • Bevestig eerst de steunarm het dichtst bij u om onderbreking van de handmatige borstcompressie tot een minimum te beperken. Plaats de andere steunarm door de armen van de hulpverlener heen die de handmatige CPR uitvoert. Vraag hem/haar u te helpen bij de bevestiging van de tweede steunarm.


De klauwvergrendelingen vergrendelen zich met een "klik" aan de onderplaat.

Zuignap plaatsen en compressies starten

  • Gebruik uw handen om de zuignap omlaag te brengen en de positie ervan op het borstbeen te controleren.
  • Als de zuignap zich in de juiste positie bevindt, bevindt de onderrand van de zuignap zich precies boven het uiteinde van het sternum.
  • Pas de positie aan indien nodig.
  • Druk op PAUZE om de startpositie te vergrendelen.
  • Druk op ACTIEF (30:2 of continu) om de compressies te starten.

Aanpassen in de modus AANPASSEN


  • Controleer of de zuignap zich in de juiste positie boven de borstkas van de patiënt bevindt. Pas indien nodig de positie van de zuignap aan in de modus AANPASSEN.

De stabilisatieband aanleggen


  • De LUCAS-stabilisatieband helpt om de juiste positie te behouden.
  • Zorg ervoor dat LUCAS in de juiste positie op de borstkas van de patiënt blijft tijdens de gehele reanimatiepoging. 


LUCAS bedienen

Defibrillatie

  • Defibrillatie is mogelijk terwijl LUCAS is ingeschakeld.
  • Druk op PAUZE om de compressies te onderbreken voor ECG-analyse.
  • Als de toediening van een schok wordt aangegeven, kunt u defibrilleren tijdens de LUCAS-compressies of tijdens een pauze, overeenkomstig uw plaatselijke protocollen.
  • LUCAS is defibrillatorbestendig.
  • U kunt de defibrillatie-elektroden aanbrengen voor of nadat LUCAS in de juiste positie is geplaatst.
  • Zorg ervoor dat er geen pads of bedrading onder de zuignap komen.
  • Voer de defibrillatie uit in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van de defibrillator.
  • Controleer na defibrillatie of de zuignap zich in de correcte positie bevindt. Pas indien nodig de positie aan. 

CPR tijdens vervoer

  • Gebruik de polsbanden om het vervoer van de patiënt te faciliteren.
  • Zorg ervoor dat de IV-toegang niet wordt geblokkeerd bij gebruik van de polsbanden.  
  • Til LUCAS niet op bij de polsbanden. 


De patiënt optillen

  1. Zet iemand aan elke zijde van de patiënt en laat iemand het hoofd van de patiënt ondersteunen, ook al is de stabilisatieband geplaatst.


  1. Degenen aan de zijde van de patiënt tillen met één hand onder de klauwvergrendelingen van de onderplaat waarbij ze hun vingers uit de buurt houden van de klauwvergrendelingen. Met de andere hand dragen ze een been van de patiënt.


LUCAS kan ingeschakeld blijven terwijl u de patiënt optilt en verplaatst, indien:

  • LUCAS en de patiënt veilig op het transportmiddel zijn geplaatst;
  • LUCAS in de juiste positie en hoek op de borstkas van de patiënt blijft zitten.

Pas indien nodig de positie van de zuignap aan.


Voeding tijdens gebruik

De batterij vervangen tijdens gebruik


  • Zorg voor een volledig opgeladen reservebatterij.
  • Druk op PAUZE.
  • Trek de lege batterij naar buiten en vervolgens omhoog om deze te verwijderen. Plaats de volledig opgeladen batterij.
  • Wacht tot de groene led van de PAUZE-modus gaat branden.
  • Druk op ACTIEF om de borstcompressies te hervatten.

Externe voeding voor verlenging van de bedrijfstijd


  • U kunt LUCAS tijdens alle gebruiksmodi aansluiten op de LUCAS-voeding of de autovoedingskabel.
  • LUCAS werkt alleen als er een batterij is geplaatst, zelfs wanneer de externe voeding wordt gebruikt.
  • Wanneer u de voedingskabel verwijdert, mag u deze niet draaien; trek de kabel recht eruit.

De LUCAS-waarschuwingen en -alarmen leren kennen

Zelftest bij inschakeling

“Als het apparaat wordt ingeschakeld, hoort u een reeks geluidssignalen en voert het apparaat een automatische zelftest uit van de functies en het beschermingssysteem. Wanneer deze zelftest is afgerond, stopt het geluidssignaal en licht de groene led (light emitting diode) naast de toets AANPASSEN op. Deze procedure duurt ongeveer drie seconden.”


LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 2.7


Waarom moet u het apparaat
inschakelen, voordat u het aanlegt?

KAART OMDRAAIEN

Het apparaat voert een zelftest uit wanneer het wordt ingeschakeld. Een geslaagde zelftest geeft aan dat het apparaat klaar is voor gebruik. U wilt er zeker van zijn dat het klaar is voor gebruik voordat u het apparaat aanlegt.




Opmerking

Als u LUCAS in de modus AANPASSEN laat staan, schakelt het apparaat na 5 minuten automatisch uit. U moet mogelijk het apparaat weer inschakelen.

Als u LUCAS in de modus PAUZE laat staan, schakelt het apparaat na 30 minuten automatisch uit. U moet mogelijk het apparaat weer inschakelen.




Waarschuwing

Waarschuwing voor te kleine patiënt


"Als LUCAS bij het omlaag bewegen van de zuignap een alarm geeft in de vorm van 3 snelle signalen en het niet mogelijk is de modus PAUZE of ACTIEF in te schakelen. Hervat onmiddellijk de handmatige borstcompressie."


LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 5.4

Zuignap is vergrendeld in startpositie


  • U kunt de zuignap alleen omhoog of omlaag bewegen wanneer de modus AANPASSEN is ingeschakeld. 


  • In de modus PAUZE is de zuignap vergrendeld in de startpositie. Als u in de modus PAUZE de zuignap probeert te bewegen, hoort u een waarschuwingssignaal. 

Waarschuwing voor lage batterijcapaciteit


"Neem een van de volgende maatregelen als de gele led voor de batterij knippert:

  • Vervang de batterij door een opgeladen batterij.
  • Sluit de externe LUCAS-voeding aan."

LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 5.4 


Hoelang gaat een volledig
opgeladen batterij mee? 


KAART OMDRAAIEN

45 minuten =
normale bedrijfstijd voor volledig opgeladen batterij

  • Drie groene leds: volledig opgeladen
  • Twee groene leds: 2/3 opgeladen
  • Eén groene led: 1/3 opgeladen
  • Eén knipperende gele led en een alarmsignaal met middelhoge prioriteit: er zijn minder dan 10 minuten over
  • Eén knipperende rode led en een alarmsignaal met hoge prioriteit: batterij is leeg

  • Moet u het apparaat uitschakelen
    wanneer u de batterij vervangt?


    KAART OMDRAAIEN

    Nee, u hoeft het apparaat niet uit te schakelen wanneer u de batterij vervangt. U hoeft alleen op PAUZE te drukken. Het apparaat onthoudt de ingestelde startpositie en kan meteen verdergaan als u de batterij binnen 60 seconden vervangt.





    Indicatie levensduur batterij

    "Wanneer de led uiterst rechts geel is in plaats van groen, heeft de batterij het einde van de levensduur bereikt. Jolife AB adviseert om de batterij te vervangen door een nieuwe."



    LUCAS 3-gebruiksaanwijzing, hoofdstuk 2.7

    Batterij is leeg - alarm met hoge prioriteit

    De batterijcapaciteit is te laag en de compressies zullen stoppen. Als u geen opgeladen batterij bij de hand hebt, verwijdert u de stabilisatieband en LUCAS en hervat u onmiddellijk handmatige borstcompressie.

    Voorbeelden van andere redenen voor een alarm met hoge prioriteit:: 

    • temperatuur is te hoog; 
    • compressiepatroon valt buiten limiet;
    • hardwareprobleem.

    Als LUCAS niet naar behoren functioneert:

    • verwijder de stabilisatieband en het apparaat;
    • begin onmiddellijk met handmatige borstcompressie.

    Aandacht bij de patiënt, niet bij het apparaat

    • Als u LUCAS niet kunt aanleggen of starten of als het apparaat niet naar behoren functioneert, begint u onmiddellijk met handmatige borstcompressie en volgt u de reanimatieprotocollen.
    • Als het apparaat niet werkt, maakt u de stabilisatieband los, verwijdert u het apparaat van de patiënt en begint u onmiddellijk met handmatige borstcompressie. Laat iemand anders de problemen met het apparaat oplossen.



    Wist u dat:

    er voor LUCAS een zeer hoge operationele betrouwbaarheid is gedocumenteerd in meer dan 99% van de toepassingen bij klinisch gebruik.2